Na de dood van haar ouders groeit de kleine Heidi op bij haar grootvader in de bergen. Heidi's beste vriend is Peter, die geitenhoeder is. Op een dag wordt ze echter tegen haar zin meegenomen naar de rijke familie Sesemann in Frankfurt. Zij hebben een gehandicapt dochtertje, Klara, en Heidi zou weleens een leuk kameraadje kunnen zijn voor haar.